Loopkleding wordt belangrijker naarmate de temperatuur lager is. In de herfst en winter moet de kleding goed beschermen tegen wind, regen en kou. Deze kleding mag niet doornat worden, omdat er dan onderkoelingsverschijnselen kunnen optreden.

Aan welke voorwaarde moet goede kleding voldoen?

De thermos-onderkleding moet de vrijgekomen transpiratiedamp snel afvoeren naar de volgende kledinglaag. De bovenkleding mag geen vocht opnemen en dient ervoor te zorgen dat de wind en de regen niet van buiten naar binnen kunnen. De transpiratiedamp moet wel naar buiten afgevoerd kunnen worden. Van binnen blijf je dan droog.

Vaak maken mensen de fout dat ze teveel kleding aandoen, waardoor ze in hun zweet 'drijven'. Zorg voor een goed jack, dan kan daaronder een kort shirtje wanneer het niet zo koud is en een lang dikker shirt wanneer het vriezend weer is. Gebruik een dunne lange broek en bij echt vriezend weer een dikke lange broek of trek dan 2 lagen over elkaar aan.

Bescherm de lichaamsdelen die met de buitenlucht in aanraking komen extra tegen afkoeling en bevriezing. Draag handschoenen en een muts. Bij vriezend weer smeer je de lippen (neus en wangen) in met vaseline.

Sommigen vinden het prettig bij regen een pet met een klep op te zetten. De klep voorkomt dat de regen niet zo tegen de bril slaat. Je ziet dan beter.

Als je in het donker traint moet je een aantal voorzorgsmaatregelen nemen. Zorg voor reflecterend materiaal aan je kleding/schoeisel. Draag een extra reflecterend hesje en eventueel een lampje dat je om je arm kunt doen. Draag altijd je naamkaartje bij je, want als er wat gebeurd moeten ze weten wie je bent en waar je familie te bereiken is. Heb je geen zakken doe dan een label aan je schoen of om je hals.

Wanneer je niet meteen na het lopen onder de douche kunt, trek dan wel meteen een droog shirt aan om afkoeling te voorkomen en neem bij regenachtig weer droge extra kleren mee.

bron: tekst van Els Stolk, sportarts